Historische Scheepslift nr. 1 van het Canal du Centre
B-7110 Houdeng-Goegnies (La Louvière)
Van de twaalf waterwegen in Henegouwen is het Canal du Centre degene met de meest indrukwekkende internationale reputatie, vooral dankzij de uitzonderlijke kunstwerken!
Deze waterweg werd in verschillende fasen aangelegd tijdens de industriële revolutie op het einde van de 19e eeuw. Het doel was om de verschillende steenkoolbekkens in Henegouwen te verbinden met Vlaanderen en Noord-Frankrijk en zo te voldoen aan de belangrijkste economische behoefte van de regio van het Centrum - het vervoer van steenkool. Het had een aanzienlijke impact en trok een groot aantal industrieën naar de regio Centre.
Maar de aanleg van het Canal du Centre verliep niet zonder moeilijkheden. Het moest een hoogteverschil van 90 meter overbruggen tussen de Centre-tak in Houdeng, gegraven in de kleine Thiriau-vallei, en de Haine-vallei in Bergen.
Om de bouw van 17 sluizen te vermijden, werden in 1884 plannen voor 4 hydraulische liften ontwikkeld. De werken begonnen het jaar daarop en in 1888 huldigde Koning Leopold II lift nr. 1 in. Hij overbrugt een verval van 15,4 m. De structuur werd gebouwd in de Cockerill fabrieken in Seraing, naar het ontwerp van de Engelse ingenieur Edwin Clark. In het oudste gebouw op de site is een leuke tentoonstelling te zien met de titel "La fabuleuse Machine de l'Ingénieur Clark" ("De Fabuleuze Machine van Ingenieur Clark").
Wat betreft liften werden nr. 2 (Houdeng-Aimeries), nr. 3 (Bracquegnies) en nr. 4 (Thieu) 30 jaar na de ingebruikname van nr. 1 gebouwd. Ondanks enkele wijzigingen, voornamelijk aan de geleidingen, hydraulische persen en zuigers, blijft het werkingsprincipe hetzelfde. Ze hebben elk een hoogteverschil van 16,93 meter.
Van de acht hydraulische scheepsliften die in dezelfde tijd in de wereld werden gebouwd, zijn de vier industriële monumenten in Henegouwen, meer dan honderd jaar oud, de enige die nog steeds werken met hun originele machines en mechanisme.
En hoewel het gebruik van deze scheepsliften sinds 2002 beperkt is tot pleziervaart en toerisme, maken ze nog steeds deel uit van het Henegouwse landschap en blijven ze een uitzonderlijke getuigenis van de opmerkelijke ontwikkelingen in de waterbouw in het 19e-eeuwse Europa. Ze zullen altijd opvallen als de meest verbazingwekkende voorbeelden van het hydraulische, industriële en architecturale erfgoed van België.
Dankzij al deze kwaliteiten kregen ze in 1998 de status van werelderfgoed van UNESCO.
Dichtbij slapen